Januari 2020. Rampjaar 2020 begon met een andere ramp in Jakarta. Vlak na de jaarwisseling, maar vlak vóór het virus Indonesië bereikt. De megastad overstroomt plotseling, na hevige regenval. De straten staan blank en de sloppenwijken lopen onder. Hieronder een vind je selectie van documentaire foto's, geschoten vlak na de vloedstroom. Iedereen pakt het leven weer op. Ondergelopen huizen worden leeggehoosd en geschrobd. Huisraad en kleding wordt gedroogd in de stegen en op straat. Een beeldverhaal over veerkracht.
Overlevers
Hoe zwaar het leven er ook is, sloppenbewoners zijn allemaal stuk voor stuk overlevers en het leven is er nooit saai. Iedereen heeft zijn eigen handeltje. Op hun eigen manier hebben ze alles. Kappers, dierenwinkels, een hondenasiel, winkelstraten met cafés en restaurants. Ze verkopen álles en koken de lekkerste gerechten; van bakso tot bubur ayam, van saté ayam tot nasi goreng. Die gerechten worden verkocht op straat. Het is de lunch voor straatarm en stinkend rijk.





Begraafplaats bron van inkomsten
Tussen een vervuilde rivier en een begraafplaats is een sloppenwijk ontstaan. Een trap verbindt de wijk met de begraafplaats. Wonen ingeklemd tussen een vieze bruine rivier en begraafplaats lijkt gek en luguber, maar toch heeft de plek ook zo zijn voordelen. De rust en ruimte van het kerkhof wordt benut van jong tot oud om te spelen en werken of om hun was te drogen.






De vervuilde rivier heeft meerdere, tegenstrijdige functies. Het is de plek waar afval wordt geloosd en tegelijkertijd wordt uitgevist; petflesjes en plastic leveren namelijk geld op. De begraafplaats zelf is verder een bron van inkomsten. Mensen gebruiken het als werkplaats en veel grafdelvers komen uit de naastgelegen sloppenwijk.


Daarnaast is de rivier ook populair onder vissers, want hoe vervuild de rivier ook is, tussen het vuil en plastic leven nog steeds grote vissen. Die vangst leveren de vissers een goed maal of extra inkomsten op. Een sloppenbewoner toont hieronder zijn vers gevangen meerval, een lekkernij die gefrituurd op straat wordt verkocht als 'pecel lele'. De meervallen die hij vangt bewaart hij in zijn eigen gemaakte bassin achter zijn huis.


